Onlangs sprak ik met een goede vriend over identiteit. Over organisatie identiteit, maar ook over de identiteit van onszelf als persoon. Over achtergrond en afkomst en hoe het voor veel mensen wenselijk en soms zelfs noodzakelijk is om je in een bepaald hokje te kunnen plaatsen.
Ik ben de dochter van Mozambikaanse vader en een Surinaamse moeder. Ik groeide op in het destijds overwegend blanke, maar inmiddels zeer diverse Almere. Mijn vriendinnetjes hadden stijl haar, een lichte huidskleur en mochten thuis dingen tegen hun ouders zeggen die ik niet eens durfde te denken.
Pas toen ik naar het HBO ging, kwam ik in aanraking met meer mensen zoals ik. Althans, zo leek het aanvankelijk. Want net als in mijn jeugd, bij vriendinnen en familie, bleef toch altijd de vraag bestaan wie ik nou eigenlijk was. Ik was immers te Nederlands om Surinaams te zijn, te Surinaams om Afrikaans te zijn en te Afrikaans om Nederlands te zijn.
De focus die mijn moeder legde op onze taalvaardigheid -we moesten ons immers kunnen redden in het land waar we woonden- had onder meer als gevolg dat meertaligheid geen onderdeel vormde van onze opvoeding en dat wij allemaal Algemeen Beschaafd Nederlands spraken. Anders gezegd: zonder accent.
Dit heeft geleid tot situaties in welke men niet wilde geloven dat ik degene was met wie telefonisch contact was geweest en ik regelmatig werd “gecomplimenteerd” met het feit dat ik zo goed Nederlands spreek. Dat ik in Nederland was geboren en hier mijn HAVO en HBO diploma heb behaald, was een detail wat terzijde werd geschoven, om maar geen geweld te hoeven doen aan het beeld wat een ander van mij wenste te hebben.
Binnen de Surinaamse en Mozambikaanse gemeenschap werd het mij echter meer dan eens aangerekend dat ik “mijn eigen taal” niet sprak. Ik spreek vloeiend Nederlands, vloeiend Engels en ik kan me redden in Duitsland, Spanje en Frankrijk. Dat mijn moeder thuis geen Surinaams sprak omdat mijn vader dat niet spreekt en mijn vader geen Portugees, omdat mijn moeder die taal niet machtig is was een detail wat eveneens terzijde werd geschoven.
Maar het zijn juist de details die mij maken tot de persoon die ik ben, die mijn identiteit vormen. De verschillende aspecten die ik uit mijn cultureel diverse achtergrond, opvoeding en omgeving heb meegenomen hebben mij gevormd tot een open minded persoonlijkheid; De onafhankelijkheid die ik van mijn moeder heb meegekregen, de hartelijkheid die ik van mijn vader heb geërfd, de open en directe manier van communiceren die ik uit mijn omgeving meekreeg. Zij maken allemaal deel uit van mijn identiteit, van “mijn eenheid van wezen”.
Hoewel ik vroeger heb geprobeerd mij te voegen naar het beeld wat anderen van mij hadden, heb ik geleerd om juist dicht bij mezelf te blijven. Om mijn identiteit te omarmen, omdat ik op mijn best ben als ik mezelf ben. Niet alleen mijn grote lijnen, maar vooral mijn details hebben mij gevormd tot een authentieke en unieke persoonlijkheid.
Hetzelfde geldt ook voor jouw onderneming. De grote lijnen zijn goed, maar welke specifieke details maken jou bijzonder? Welke details kenmerken met jouw organisatie? Wat maakt dat mensen met jou willen samenwerken? Wil je meer weten over hoe je jouw unieke identiteit kunt highlighten? En welke groeipotentie er zit in het omarmen van deze identiteit?
Neem dan contact gerust contact met me op, ik leer je graag kennen.
Mon, 01 October